De fusie van twee percelen in 1768 maken van Verwersstraat 85 een wel zeer aanzienlijk huis. Maar innerlijk merkwaardig verkaveld om twee families Van Rosmalen en tegenwoordig ook nog een haptonoom (85a) onderdak te verlenen, is het voor een van de bewoners, Lucie Zweers-van Rosmalen, tegelijk een 'gek huis'. 'In het begin snapte ik er ook niets van hoe het in mekaar zat.' Aan de andere kant schept dat ongekende mogelijkheden. Rien van Rosmalen-Zweers: 'Zoveel ruimte nodigt uit om onze fantasie te laten werken.' Rien van Rolmalen, stedenbouwkundige, hoofd van de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer van de gemeente 's-Hertogenbosch, die samen met zijn broer Harry het pand bewoont, verklaart om te beginnen het naambordje op de deur. Zweers & Van Rosmalen. 'Toen de wet daartoe een aantal jaren geleden de mogelijkheid bood, hebben we er gebruik van gemaakt: Lucie staat te boek als Zweers-van Rosmalen, ik heet Van Rosmalen-Zweers. Dat maakt wat onderscheid. Niet overbodig, want in de Verwersstraat wonen 24 Van Rosmalens...' Het pand Verwersstraat 85 heet een 'huis met fraaie gevel, met twee ingangen, omlijst door geblokte pilasters en kroonlijsten op voluutconsoles (= met krulvormige versiering) en mooie deuren met amandelvormige kus- | 96 |
senpanelen'. De vroegste bronvermelding van het huis reikt terug tot 1508, maar dat betrof het oudste, van de straat af gezien linker deel van het pand. ln 1768 aangekocht door mr. Antoni Martini, pensionaris van 's-Hertogenbosch, voegde deze het naastgelegen pand aan zijn pasverworven bezit toe. Hij liet het geheel in 1776 niet alleen voorzien van een nieuwe gevel, een bakstenen lijstgevel, maar moffelde ook de twee puntdaken, die aan de achterzijde nog duidelijk te onderscheiden zijn, achter een gestrekte leien dakwand, waardoor de nokrichting evenwijdig aan de straat loopt. In het voordakschild zitten twee vierruits dakkapellen met gebogen fronton-afdekking. De geknikte vorm van de voorgevel herinnert nog aan de oorspronkelijke perceelsindeling. Op de begane grond en eerste verdieping zien we resp. acht- en zesruits empire-schuiframen met brede middenstijl. Rien van Rosmalen: 'De samenvoeging van beide panden is nog altijd heel goed te zien. Het linker gedeelte is een heel ander huis dan het latere rechter perceel.' De linker muur van de lange gang die de vroegere percelen intern scheidt en tegelijk ook verbindt bewijst met zijn dikte en de muurankers die in de aangrenzende zitkamer - grote salon - zichtbaar zijn gehouden, een buitenmuur te zijn geweest. Als gangwand is deze muur bekleed met kunstmarmer dat indertijd door een andere Van Rosmalen, van kunsthandel Borzo, is aangebracht. TweedelingSinds 1920 is het pand eigendom van de familie van Rosmalen intussen de vierde generatie. zij het dat de overgrootvader - Jan van Rosmalen, wiens geschilderd portret naast een prachtige oude familiefoto in de hal figureert - er maar heel even heeft gewoond. Het was de grootvader van Rien die samen met een broer de tweedeling van het pand bewerkstelligde, niet simpelweg in de vorm van een beneden- en een bovenwoning, maar door een min of meer verticale opdeling van de beschikbare ruimte. En dat met een precisie, die des aannemers genoemd mag worden. 'Toen wij het huis begin 1998 kochten hebben we 't helemaal laten beschrijven. Daarbij bleek dat de broers het heel secuur hebben verdeeld. De oppervlakte van beide woningen is tot op de centimeter gelijk.' Het is met bewondering dat Rien van Rosmalen dit vaststelt, want: 'Als je er nu doorheen loopt snap je niet dat ze er ooit uitgekomen zijn'.Het zit dan ook tot op de dag van vandaag nogal ingewikkeld in elkaar. Rien van Rosmalen en Lucie Zweers bewonen de benedenverdieping, maar hebben op de eerste verdieping hun slaapkamer annex badkamer, en op zolder nog drie kleine slaapkamers. Harry bewoont, met z'n vrouw Ellen en de kinderen Nynke, Leo en Jan, de eerste verdieping en een deel van de tweede verdieping. Op de begane grond deelt hij de hal, het afgescheiden voorste stuk van de lange gang. Dat de woning van Harry van Rosmalen thans groter is dan die van Rien doet niets af aan de precisie van de grootvader en zijn broer. Rien heeft het voorste stuk rechts, de vroegere eetkamer, verhuurd aan een haptonoom. Dat kon zonder problemen omdat het rechter deel een eigen ingang had, eertijds de toegang tot het aanemersbedrijf Van Rosmalen. NagemaaktHet zijn twee fraaie deuren. Met glas-in-lood bovenlichten, geblokte omlijstingen en kroonlijsten op gesneden consoles. Exact gelijk. Rien van Rosmalen vertelt: 'Toen mijn grootvader hier een aparte ingang voor het personeel wenste, heeft hij de deur van het woonhuis precies nagemaakt', al blijkt door een lichte beschadiging dat de massief koperen knop in het midden van de originele deur op de imitatie een loden afgietsel is met een laagje koper. 'Ik ben er trots op dat in die tijd, begin jaren '20, zoveel historisch besef bestond dat aansluiting werd | 97 |
gezocht hij het oude, hoewel het eigenlijk maar om een bedrijfsingang ging.' Trots te meer omdat de amandel-vormige kussenpanelen. de bovenste verticaal, de onderste horizontaal, zeker niet eenvoudig na te maken waren. Het aannemersbedrijf was jarenlang in de Verwersstraat gevestigd. Aan de voorzijde, nu praktijkruimte van de haptonoom, werden de dure houtsoorten opgeslagen. In de tijd van Martini evenwel de eetkamer. Lucie Zweers: 'Ik noem het dinerzaal want als je de beschrijving leest in het boek 's-Hertogenbosch Binnenskamers moet de tafel er heel mooi gedekt zijn geweest.' Achter de vroegere houtopslag bevond zich het kantoor van het aannemersbedrijf, ooit huiskapel en nu bibliotheek/werkkamer. Daar weer achter is een open binnenplaats. die verder aansluit op het vroegere achterhuis, als vroeger weer keuken, maar in de tijd van het aannemers-bedrijf kantine van het personeel. Rien van Rosmalen: 'Als hommage aan alle bouwvakkers, die daar ontelbare voetstappen hebben liggen, hebben wij de uitgesleten dorpel naar de keuken gehandhaafd.' Aan de tuinzijde heeft een klein raampje echter plaatsgemaakt voor 'heerlijke openslaande deuren'. WerkkeukenAan wat Zweers & Van Rosmalen noemen een werkkeuken liggen twee gedachten ten grondslag. 'Het idee voor een sobere, werkachtige keuken hebben we opgedaan in het atelier van Frida Kahlo tijdens een vakantie in Mexico, vlak | 98 |
voor de verbouwing.' De sobere lange houten keukentafel wil echter ook herinneren aan de kantine van weleer, 'al verklaarden de werklui die de verbouwing uitvoerden ons voor gek. Het contrast met de rest van het huis is juist het leuke ervan.' Langs de langste wand een aanrechtblad met kookplaat en gootsteen, waaronder stalen vloerroosters als open schappen. Rien: 'Dat is een concessie aan mij. Bij een dichte keuken moest ik altijd drie kastjes open trekken voor ik bij de pan was die ik wilde hebben. Nu zie je waar alles staat.' Achter de kantine bevond zich de werkplaats. Deze heeft plaatsgemaakt voor het huizencomplex 'Beurdse Poort', waarin, aansluitend op de binnentuin, ook een 'aanleunwoning' voor de moeder van Rien van Rosmalen. Vanuit de binnentuin is duidelijk te zien hoe, merkwaardigewijs, de naastgelegen taveerne 'Den Oetel' ter breedte van wat wellicht ooit een gang is geweest, penetreert in het pand Verwersstraat 85. Op de eerste verdieping blijkt anderhalve meter buitenmuur bepleisterd. Het markeert tot hoever de eigendom van De Oetel onder het dak van de Van Rosmalens steekt, terwijl beneden deze 'indringer' ook nog een stukje van de tuin heeft geconfisqueerd in de vorm van een kleine uitbouw. Aan de voorzijde van het pand is van een dergelijke penetratie evenwel geen sprake, zodat de vroegere voor-salon, kantoor van Lucie Zweers die onlangs een managententadviesburau is gestart, zoveel breder is dan de daarachter gelegen grote salon met serre. PlafondsToen Zweers & Van Rosmalen er begin 1998 hun intrek namen is het pand helemaal verbouwd en gerestaureerd. 'Niks erger voor een monument dan drie generaties aannemers als bewoners. Het pand moest helemaal uitgekleed worden om het te ontdoen van alle eikenhouten balkenplafonds. lambrizeringen, open haarden en wat al niet meer, in hun oorpronkelijke staat teruggebracht zijn de plafonds het meest bijzonder.''In wat wij de bibliotheek noemen - vroeger huiskapel, waarschijnlijk uit de tijd dat er een begijntje heeft gewoond, eind zeventiende eeuw - zit het oudste en bovendien meest interessante plafond.' Met in het midden het welbekende IHS-motief, het monogram dat staat voor 'jezus, redder der mensheid'. Daarnaast zijn enkele kleine medaillons met afbeeldingen uit het Oude Testament, een engel en een ster te onderscheiden als 'typische voorbeelden van echte volkskunst'. Door zo op het oog verschillende bruine plekken lijkt het plafond niet af. Maar daar is een verklaring voor. Toen we het 'mooie' eikenhouten plafond van mijn grootvader weggemept hadden, viel het oude stucplafond bijna naar beneden. Hele stukken eruit. Compleet terugrestaureren was dan ook onmogelijk. Dan zou je er teveel bij hebben moeten maken. Dat zou de oorspronkelijkheid geweld hebben aangedaan.' Dit alles op instigatie van de Belgische prof. Lode de Clerq, een expert op dit gebied: 'Die man wist werkelijk alles'. Het plafond van de grote salon dateert van de verbouwing door Antoni Martini in 1776. Een vlak plafond met kooflijststructuur, pronkend met prachtig stucwerk met in de vier hoeken fraaie medaillons, voorzien van een guirlande en strikkenm met de beeltenissen van de oude Griekse dichter Homerus en de Latijnse Vergilius, de Romeinse keizer Constanties M (Constantijn de Grote) en Pius Augustus, aangenomen zoon van Julius Caesar. In de voormalige kleine salon van wat Rien van Rosmalen omschrijft als 'een apart huis met drie stijlen' tenslotte een plafond in Empire-stijl uit 1791, zoals ook blijkt uit de cijfers in de hoeken die samen dit jaartal vormen. 'Heel sober, maar dat was de dode van die tijd.' En strak: een licht plafond, voorzien van een donkere 'lijst' met in het midden een rozet. BlusdouchesNaast het kantoor van Lucie Zweers, eerder hoofd van de Sociale Dienst van de gemeente 's-Hertogenboch en adviseur van de minister van Sociale Zaken, de gemeenschappelijke hal, met aan de muur behalve oude portretten een kapstok met Delftsblauwe tegeltjes en een 'minidekenkist' waarin, naar Rien van Rosmalen zich nog herinnert, vroeger de pianoboeken werden bewaard.Boven als gezegd een (ruime) slaapkamer niet aansluitend, op verhoogde vloer, een open badkamer met een zinken bad. 'Verrijdbaar, zodat we desgewenst in bad televisie kunnen kijken.' De roestvrijstalen wasbak aan het halve scheidingsmuurtje sluit, hoewel afkomstig uit het gangbare fabrieksassortiment, wonderwel aan bij het zinken bad, terwijl voor de (twee) douches weer voor het extravagante is gekozen. Het blijken bedrijfs-'blus'- douches. Op het aandeel zolder van Rien van Rosmalen drie slaapkamers - 'voor al die tantes van mij' - met ouderwetse plankenvloeren. 'Want grootvader had zeven kinderen en diens broer negen.' Tenslotte: onder de vroegere kapel, eerder herenkamer, completeert een tongewelfde kelder met gemetselde ijsselstenen stellingen voor de wijnopslag dit gekke huis met zijn onbegrensde mogelijkheden. | 99 |
Bronnen | |
• | Archief afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten, Gemeente 's-Hertogenbosch |
Tweehonderdtwintig jaar oud is het pand Verwersstraat 85. De eerste steen is op 23 juli 1776 door Hendrik Martini geplaatst. Er zijn meer panden in de buurt van de Oude Dieze en het laatste deel van de Verwersstraat in handen gweest van priesters, verbonden aan het Groot Begijnhof dat eens op de Parade lag. In de vijftiende eeuw, vijfhonderd jaar geleden, was de heer Gerard van Beest, kanunnik en investitus van het Groot Begijnhof eigenaar van een pand op deze plaats. Hij had het gekocht van Joost, de zoon van Willem Retersz. Van Beest zelf verkocht het pand weer in 1508 aan mr. Gerard Woutersz Zelle van Herenthals, die rector van de Bossche scholen was. Bijna veertig jaar bleef het in handen van de familie Zelle. Een pestepidemieIn 1554-1557 had de pest in Den Bosch geheerst. Veel Bosschenaren waren aan deze ziekte bezweken. Als gevolg daarvan kende de stad veel wezen, die ondergebracht waren bij gewone burgers. Toen het stadsbestuur voor vijfhonderd gulden het pand had gekocht, werd het bestemd tot weeshuis. Maar het pand bleek daarvoor niet geschikt. Het kreeg nieuwe eigenaren: mr. Christoffel van Vladeracken, leidekker Jan Wilberts, jonker Ambrosius van Gemert, en leden van de familie Van Alphen, Derksen, Van de Laar en Van Houbraken.Op 26 oktober 1768 werd het verkocht aan mr. Antoni Martini, heer van Zwijnsbergen. Deze was in 1728 geboren in Den Bosch en overleed in huize Zwijnsbergen (Helvoirt) in 1800. Hij was pensionaris in zijn geboortestad en had samen met zijn echtgenote Eva Buys twee kinderen. Het eerste was een dochter, hun tweede was een zoon. Jhr. mr. Hendrik Bernhard Martini was op 30 augustus 1768 in Den Bosch geboren. Op 7-jarige leeftijd legde hij de eerste steen voor het nieuwe pand van zijn vader in de Verwersstraat. Later werd hij ondermeer lid van de Eerste Kamer. Hoe lang Martini in het pand gewoond heeft is niet bekend. Hij overleed in Vught in 1848, op 80-jarige leeftijd. |
Al meer dan tachtig jaar bewonen telkens twee gezinnen Van Rosmalen twee van oorsprong middeleeuwse woningen in het huis Verwersstraat 85. De woningen zijn precies even groot. "Het zit hier heel wonderlijk in elkaar", zegt Rien van Rosmalen (1946). Twee uiterlijk identieke monumentale voordeuren zitten in de achttiende-eeuwse voorgevel van Verwersstraat 85. Maar dat er sinds 1920 ook steeds twee gezinnen Van Rosmalen hebben gewoond, heeft daar niets mee te maken. De deur rechts was eerst een raam. Dat is te zien aan de blinden die nog altijd aan de binnenkant zitten. Rien van Rosmalen put uit de overlevering: "Mijn grootvader wilde daar de ingang voor zijn bedrijf maken. 'Het is prima als je je bedrijf erin vestigt', zei burgemeester Van Lanschot, `maar zorg dan wel dat er eenzelfde deur in komt.'" Harry van Rosmalen (1947): "Grootvader stemde toe, maar tegen zijn zin. Hij vond twee identieke deuren stilistisch helemaal verkeerd. Hij zei: 'Je moet toch één hoofdingang hebben.' De deur rechts was slechts de ingang van de werkplaats." Zo kreeg het aannemersbedrijf Van Rosmalen dus op voorspraak van burgemeester Van Lanschot een heel chique ingang voor zijn werknemers, en een voor de aan- en afvoer van materiaal. Ook al is de imitatiedeur een stuk lichter van constructie en is de knop niet van massief koper, zoals die van de originele deur. De hal achter de laatste leidt nu zowel naar de bovenwoning van de huidige bewoners Harry van Rosmalen en Ellen Hanenbergh (1957) als naar de andere woning, van Rien van Rosmalen en Lucie Zweers (1958). Rien en Harry zijn kleinzoons van Marinus. En achterkleinzoons van Jan van Rosmalen, die het huis in 1920 kocht en in tweeën splitste voor zijn zoons Marinus en Harrie, zodat die er het aannemersbedrijf konden voortzetten. Twee woningen, maar slechts één huisnummer naast de voordeur. Wel een beetje verwarrend. Links op de witte deuromlijsting is stijlvol gekalligrafeerd 'Van Rosmalen Hanenbergh'. Rechts op identieke wijze 'Van Rosmalen Zweers'. Aan beide kanten zit een ouderwetse trekbel. Harry: "Wij wonen allemaal achter de voordeur van 85. Maar voor de gemeente zitten alleen Ellen en ik op 85, en Rien en Lucie op 85A. En bij het kadaster is het precies andersom, 85A en 85. Bij het kadastraal laten scheiden van de twee woningen is ooit iets misgegaan. Als we eens naar de notaris moeten om iets te regelen, klopt het nooit." Tot 1920 was achter de voordeur een enorme hal, met links de brede trap naar het bovengedeelte, en rechts de toegang tot de vertrekken beneden. Aan de dookgaten in de marmeren vloer is nog te zien dat er ooit een tochtportaal was. Bij de verbouwing in 1920 is de grote hal opgedeeld in een `halletje' van twee bij vijf meter en viereneenhalve meter hoog, en twee smalle gangen naar de beide woningen. Harry van Rosmalen: | 58 |
"Je kunt zien dat het vroeger anders is geweest. De brede trap en de grote boog passen eigenlijk alleen maar bij de vroegere hal van het achttiende-eeuwse huis." Harry van Rosmalen woont in het bovenhuis sinds 1984, toen het aannemersbedrijf en gedeeltelijk ook de grond achter het huis werden verkocht. Rien van Rosmalen en Lucie Zweers betrokken pas enkele jaren geleden het benedenhuis, dat voordien werd bewoond door de ouders van Rien en Harry, Jan van Rosmalen en Corrie Bouman. Zij waren in 1962, nadat 'ome Harrie' was overleden, in het bovenhuis komen wonen, en gingen in 1972 naar beneden, na de verhuizing van grootvader Marinus naar Vught. Moeder Corrie van Rosmalen-Bouman woont nu in het grote tuinhuis dat enkele jaren geleden naar ontwerp van Rien is gebouwd. OntvangstkamerHet glas-in-lood in het bovenlicht van de voordeur is aangebracht in 1982, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het aannemersbedrijf. Er zijn drie broers Van Rosmalen in afgebeeld, alle drie aan het werk. Harrie de metselaar, Noud de timmerman en Marinus de aannemer en tekenaar. Noud, die ongetrouwd bleef, was een zoon van Harrie, de metselaar. Op latere leeftijd ging hij wonen in de kamer links aan de voorzijde, die eerst de ontvangstkamer voor klanten was geweest. Rien: "Deze kamer is van sanitair voorzien om hem bewoonbaar te maken. Nadat ome Noud was overleden, is deze kamer gebruikt voor 'gevallen' in de familie, die tijdelijk woonruimte nodig hadden. Nu gebruiken wij hem als logeerkamer." Deze kamer heeft een empire-plafond uit 1796. De ramen kunnen aan de binnenzijde worden afgesloten met massieve houten luiken. "Dan is het hier stikdonker. Ideaal om te slapen, ook al zit je aan de straat. Ik denk dat de luiken ook achttiende-eeuws zijn", aldus Rien van Rosmalen.Overgrootvader Jan van Rosmalen woonde zelf aan het Fonteinstraatje, op de hoek van de Ridderstraat, waar nog steeds Jos van Rosmalen Luxe en Huishoudelijke Artikelen huist. Harry: "Vandaar kon hij de gehele Verwersstraat overzien. Tot en met het pand dat hij voor zijn zoons kocht, waar wij nu zitten. Ons pand staat precies in de bocht. Daardoor kijken wij vanuit ónze woonkamer recht op Jos van Rosmalen." Er wonen nog verschillende Van Rosmalens in de Verwersstraat en er hebben er nog veel meer gewoond. Corrie van Rosmalen-Bouman: "Opa had maar liefst 53 kleinkinderen hier in de straat wonen." Rien wijst op een prachtige, uitvergrote familiefoto aan de muur in de eetkamer, van 1922. In het midden overgrootvader Jan. Daaromheen diens kinderen en een heel lange rij kleinkinderen, allen speciaal voor de fotograaf opgedirkt, met glimmende schoentjes aan. "Zie je dat ene meisje, dat zo lelijk kijkt? Dat is tante Jeanne. Zij was zo boos omdat ze als enige geen zwarte maar witte schoentjes aanhad. Zo wordt tenminste in de familie verteld." Nooit gebrek aan houtRien en Lucie hebben hun woning zoveel mogelijk 'teruggerestaureerd' naar wat de interessantste elementen in het huis waren. Lucie: "We hebben eerst heel veel eruit gesloopt, maar aan de indeling eigenlijk niets veranderd. Wij hebben verlaagde plafonds en tussenwandjes weggehaald, omdat we licht wilden hebben." Rien: "M'n grootvader had degelijke, donker-eiken lambriseringen aangebracht. Ja, als je zelf aannemer bent, ben je niet te benauwd om wat te vertimmeren. Er was hier nooit gebrek aan hout."De vloer is van marmer. Er is een lambrisering van deels heel oude witte tegeltjes, en deels beschilderd stucwerk, als was het marmer. "Wij kregen als kind te horen dat 'ome Jan Borzo' dat had gedaan. Die kon heel goed marmer schilderen en mocht dat in de familie dus doen. Hij was een broer van mijn grootvader. Pas toen wij ouder werden, begrepen we dat hij net als wij Van Rosmalen heette." Kunsthandel Borzo is nu nog steeds gevestigd aan de Verwersstraat. MedaillonsBouwhistorici van de gemeente 's-Hertogenbosch zijn nauw betrokken geweest bij het opknappen van het huis van Rien en Lucie. Van achter drie verlaagde plafonds kwamen prachtig versierde stucplafonds vandaan. Dat van de woonkamer heeft een fraaie versiering in het midden, en medaillons met afbeeldingen van de klassieke geschiedschrijvers Homerus en Vergilius en vermoedelijk de Romeinse keizers Constantinus en Pius Augustus. Dit plafond is gedateerd 1777. Rien van Rosmalen: "Wij vonden dat geweldig, die koppen. We hebben er een hoogleraar uit Antwerpen bij gehaald, prof. Lode De Clercq. Maar die zei: `Oh, dat is niets bijzonders, dat was mode in de achttiende eeuw, komt wel vaker voor.' Maar wat hij aantrof in de werkkamer van Lucie, dat vond hij helemaal het einde.Dat is echt zeldzaam." Het plafond daar is opgebouwd uit houten latjes met leem en koeienharen. Als versieringen zijn er medaillons en andere (bijbelse) afbeeldingen op aangebracht. Onder andere zonnen, engelen en een voorstelling van de verkenners die Jozef tijdens de vlucht uit Egypte vooruit had gestuurd naar het Beloofde Land, en die terugkwamen met druiventrossen. "We weten dat dit de `heerenkamer' was van de heer Grasso, die het huis vóór 1920 huurde. Ik stel me zo voor dat hij dit hier allemaal met een glas zware port in de hand, en een Havanna-sigaar in de mond, rustig zat te bekijken." Uit het rapport van prof. De Clercq: 'Dit plafond behoort tot het type van de gecassetteerde plafonds zoals die, in onze gewesten, regelmatig werden toegepast sinds de tweede helft van de zeventiende eeuw. Alhoewel de opbouw van de stuclaag, met een lemen hechtlaag op de rinkellatten en een witlaag met veel haar erin duidelijk verwijst naar de zeventiende-eeuwse traditie, lijkt de aard van het lattenweefsel waarin | 61 |
blijkbaar gezaagde latten werden toegepast eerder te verwijzen naar de 18e eeuw.' Lode De Clercq eindigt zijn rapportage over de pla¬fonds met: 'Hierbij wil ik U verder nog veel succes toewensen bij de verdere restauratie van deze merkwaardige interieurs.'FamiliebandEen oud huis geeft meer aanleiding om er iets bijzonders van te maken dan een nieuwbouwwoning, meent Rien van Rosmalen. "Je stuit op bepaalde problemen, en daar moet je creatieve oplossingen voor bedenken." De familieband met het huis zegt Rien niet zo veel. "Onze Harry heeft dat meer. Ik had een ander oud huis ook prima gevonden. Het is wel zo dat problemen of gebeurtenissen in de familie nog steeds hier bij ons aan de keukentafel besproken worden. Ze komen nog steeds hierheen. Misschien ook omdat ik de oudste van ons gezin ben." Lucie: "Ik vind het wel apart, dat hierboven een broer van Rien woont, en zijn moeder in de tuin. Twee zonen en een kleindochter van Rien wonen ook hier in de buurt. Wel grappig, maar het is echt óns huis. De vorm van het huis vind ik heel leuk. Het heeft wel iets bijzonders daardoor. De verhalen over de familie kwamen eigen¬lijk pas toen we hier al bezig waren. Er kwa¬men tantes op bezoek die vonden dat wij hún huis aan het verbouwen waren."Familie steeds groterHarry zegt: "Wij wonen graag in de stad, maar het belangrijkste is dat dit familiegoed is. Een neef van mijn vader, ome Nico, was vijftig jaar getrouwd en vroeg of hij het huis mocht laten zien waar opa had gewoond. Kwamen er dertig mensen binnen die ik absoluut niet kende. En ze stelden zich allemaal voor als 'Van Rosmalen', 'Van Rolmalen', 'Van Rosmalen', heel gek was dat. Ze kwamen het huis bezichtigen, het kamertje waar opa vroeger geslapen had, en het kastje waar ome Nico zijn scheerspullen bewaarde." Dat kastje bevindt zich op de tweede verdieping, waar nu kinderen van Harry en Ellen hun kamers hebben.Overgrootvader Jan van Rosmalen wilde geen ruzie in de familie. Dat is waarschijnlijk de reden dat hij in 1920 de beide woningen in oppervlakte precies even groot maakte. "Het scheelt echt geen vierkante meter." Rien en Lucie hebben hun slaapkamer boven, en ook nog een tweede verdieping met enkele kamertjes. Op een of andere manier zijn die in het bovenhuis van Harry en Ellen verweven. Aan de andere zijde is het huis op een eigenaardige manier verbonden met het aangrenzende café Den Oetel op 87. Een van de kappen van nummer 85 valt gedeeltelijk over nummer 87. Op de begane grond 'dringt' nummer 85 ergens halverwege Den Oetel binnen, en op de eerste verdieping gebeurt dat aan de achterzijde. Dat heeft te maken met het steegje dat ooit tussen de twee huizen liep. Harry: "Zo'n steegje, een 'zooi' noemden ze dat, was vroeger verplicht voor de afwatering van de straat naar de Binnendieze. Later is het steegje bij de twee huizen getrokken. Kennelijk hebben de toenmalige eigenaars besloten dat het zo verdeeld moest worden." Geestelijke dochterEen 'knik' in de gevelwand verraadt dat het pand een voorgeschiedenis heeft van twee huizen naast elkaar. Het rechterhuis moet het oudste zijn, en bestond in elk geval reeds begin zestiende eeuw. In 1565 is het nog even eigendom van de stad geweest, die er voor korte tijd een weeshuis in vestigde. Vermoedelijk heeft Agnes van Houbraken in 1680 het bijzondere plafond in de werkkamer laten aanbrengen. Zij was een 'geestelijke dochter', een aan een religieuze leefregel onderworpen maar niet aan een kloosterorde verbonden vrouw.In 1768 kwam het pand in handen van mr. Antoni Martini, pensionaris van 's-Hertogenbosch, die het in 1776 uitbreidde met het linker buurperceel. Hij liet de huidige gevel bouwen. Harry van Rosmalen weet dat het rechterpand ooit vrij stond. De Dieze liep er achter langs, terwijl daar later overheen is | 63 |
gebouwd. Hij wijst op de drie muurankers binnen in de gang op de eerste verdieping van zijn woning, die in het linkerpand is gelegen. "Daaraan zie je dat dit een buitenmuur is geweest." Het rechterpand heeft nog een middeleeuwse eiken sporenkap. "Die is nog bijna helemaal intact. En wat ik nou heel mooi vind: elke spoor is genummerd. Die timmerman zat dus, misschien rond 1400, beneden die sporen te maken, toen de muren overeind stonden en hij de maten wist. Dat moest wel heel nauwkeurig gebeuren, want vóór kon het wel eens tien centimeter smaller zijn dan achter. Deze kap moet van vóór 1425 zijn." ArchitraafHarry van Rosmalen is zoon van een timmerman. "Als je dan gaat restaureren ga je te werk met respect voor wat anderen hebben gedaan. Als je ons huis binnen komt, lijken alle deuren hetzelfde. Maar als je goed kijkt, zie je dat het toch steeds anders is. Neem nou de deurkozijnen. De originele, uit 1776, hebben een architraaf die wat is uitgehold. En kijk eens: deze is van 1920, die is recht. Ikzelf heb er ook een gemaakt, weer een tikkeltje anders. Dat is een oud timmermansgebruik. Niet imiteren, met respect omgaan met wat er al is."De vloeren bij Harry en Ellen lopen schuin. Het niveau van de overloop is wel 15 centimeter lager dan dat van de woonkamer. "Dat zie je zelfs als je voor het huis staat. Het huis aan de linkerkant is gewoon verzakt. Ik denk dat dit al vóór 1776 is gebeurd, anders had de trap nooit meer gepast." Maar wat zit er nu achter de tweede voordeur, de imitatie-deur van burgemeester Van Lanschot, de toegang tot de vroegere werkplaats? De grote kamer is nu verhuurd als praktijkruimte. Rien van Rosmalen: "Wij hebben die kamer altijd 'de zaal' genoemd, en doen dat nog steeds. Vroeger moet het een eetkamer zijn geweest. Ik weet niet beter dan dat hij altijd opslagruimte was. Het betere hout lag daar, gewoon vurenhout lag elders opgeslagen, achterin. En fietsen werden er neergezet. Het was wel een luxe fietsenstalling." Broer Harry vult aan: "In de zaal zijn nogal wat feesten gevierd. Heel wat ooms zijn er getrouwd en hebben er iets gevierd. Dan werd de zaal even uitgeruimd. M'n opa deed veel werk voor V&D. Die bracht dan tapijten mee om tijdens het feest langs de muren te hangen. Als ik familie tegenkom, hebben ze het nog heel vaak over de feesten in de zaal." | 64 |
De huidige vensters zijn 19e eeuws "empire". Monumentale deuren, de linker voordeur met een amandelvormig kussenpaneel, de rechter is een twintigste eeuwse kopie van de linker. Gevelsteen met tekst "Hendrik Bernard Martini heeft aan dit gebouw den eersten steen gelegd op den 23 juli 1776". Hij was een zoon (geboren 30 aug. 1768) van mr. Antoni Martini, heer van Zwijnsbergen. In de achterkamer zit een Louis XVI stucplafond uit 1777 met in de hoeken medaillons van Homerus, Pius Augustus, Vergilius en Constantinus. |
Huis met fraaie gevel uit het begin van de 19e eeuw, met twee ingangen omlijst door geblokte pilasters en kroonlijsten op voluutvormige consoles en mooie deuren met amandelvormige kussenpanelen. |
(N°. 85) Over dit huis, dat naast het laatstgemelde staat, komt in Reg. n°. 103 f. 143 de navolgende schepenakte van 21 Maart 1508 voor: Heer Gerad van Beest, kanonik en investitus van het Groot Begijnhof te den Bosch, verkoopt een huis, erf, plaats en achterhuis, toebehoord hebbende aan Joost, zoon van Willem Peterszn, dat hij bij gerechtelijke uitwinning gekocht had en staat tusschen dat van Henrick, zoon van Dirck van Herpt en Dymphna Goessens, alsmede van hunne kinderen ex uno
| 246 |
en dat van mr. Symon van den Coudenborch, secretaris van den Bosch, Herbert Osmans Henrickszn en Werner Janszn die Voller, ex alio en zich over de Dieze uitstrekt met een daarachter gelegen erfje tot aan de Beurdsche straat, - aan mr. Gerard Wouterszn Zelle van Herenthals, rector der scholen te den Bosch. Diens zoon Willem verkocht 9 Juli 1546 (Reg. n°. 169 f. 395) dit huis aan mr. Paulus, doctor in de medicijnen, zoon van den med. doctor mr. Raso Raessenszn 1) en op denzelfden dag (Reg. n°. 169 f. 398 vso) verkocht hij dezen ook nog 1° een huis en erf, staande tusschen hèt voorschrevene en dat, hetwelk eerst was van Jan, zoon van Gijsbert Boyens, nu van Johan van Blockhoven, en 2° eene plaats, gelegen, achter dit huis en erf over de Dieze, door Jan Pynappel, zoon van Jan Boudewijnszn, 28 September 1525 (Reg. n°. 128 f. 277 vso) verkocht aan zijnen vader, mr. Gerard Zelle van Herenthals voornoemd. Mr. Paulus Raessen voornoemd en zijne uit zijn huwelijk met Adriana Vijns gesproten kinderen, van wie toen alleen met name genoemd werd Maria, huisvrouw van Gerard van Eyck, heer van Blaarthem 2), verkochten 16 April 1562 (Reg. n°. 206 f. 260) het door hem, als gezegd, het eerst gekocht huis met het daarbij behoorend brouwgetouw en een tuin, daarachter zoo voor als over de Dieze gelegen, aan mr. Goyard Wijfvleth Janszn, priester en kanonik der St. Janskerk te den Bosch, die het 1 April 1564 (Reg. n°. 212 f. 208) weder verkocht aan Roelof, zoon van Arnd Vastaerts, lienwatier. Deze verkocht het 20 April 1565 aan de stad den Bosch, welke er een weeshuis van wilde maken voor de vele weezen, welke men toen daar had tengevolge van de pest, die er in 1557 had gewoed en
| 247 |
wel 15000 menschen ten grave zoude hebben gesleept 3). R.A. van Zuylen vermeldt dezen aankoop in zijne Stadsrekeningen blz. 744 als volgt: Item, navolgende zekere acte by den drie leden deser siadt, den 9 Aprille a° 1564, voer Paesschen gepasseert, Roeloffen, zoon Arnt Vastarts, ter cause, dat hy zijn huys, stamde teynden de Virwerstraete, dair hij inne woont, tot behoeff van den armen wesen voer Scepenen deser stadt, opgedragen heeft den 20 Aprille voirs. in libro Colen, betaelt en uytgereickt 500 gul.
Zoodra de gemeente den Bosch dit huis in haar bezit had gekregen, plaatste zij er hare weezen in, die tot dusverre, bij gebreke van een weeshuis, in die stad in burgergezinnen waren verpleegd geworden en stelde zij (15 December 1564) tot provisoren over dit weeshuis aan: Jan van de Water, Arnd van Campen, Jan van Tungeren en mr. Henrick Oliviers van Berchuysen, welke laatste volgens het opschrift zijner grafzerk de stichter daarvan zoude geweest zijn 4). Hare Regeering stelde daarvoor in 1565 een reglement vast, dat reeds den 6 Augustus van dat jaar door Koning Philips II werd goedgekeurd. Niet lang bleven de Bossche weezen in dit weeshuis, want op verzoek van genoemden Roelof, zoon van Arnd Vastaerts, werd de verkoop daarvan op 9 Januari 1565 (duidelijk staat in de akte 1565) door de stad den Bosch vernietigd (Reg. no. 211 f. 299) en zijn de weezen toen overgebracht naar het klooster der Cellebroeders, op de plaats waarvan thans het Gereformeerd Burgerweeshuis staat. Zijn hierbedoeld huis was ook niet geschikt voor een weeshuis, zooals uitdrukkelijk vermeld wordt in de Stadsrekeningen (R.A. van Zuylen t.a.p. blz. 918); genoemde Vastaerts verkocht het daarop 11 Mei 1566 (Reg. n°. 214 f. 276) aan den reeds meergenoemden mr. Christoffel van Vladeracken. Hoe het van dezen op andere eigenaren is overgegaan blijkt niet vóór 20 Februari 1612, als wanneer Jan, zoon
| 248 |
van Jan Wilberts, leiendekker, bijgenaamd de Hollander, het verkocht aan Jor. Ambrosius van Gemert Henrickszn, die het 7 Maart 1616 (Reg. n°. 288 f. 186) weder verkocht aan Joost, zoon van den medic. doctor mr. Martin van Alphen; diens weduwe Catharina, dochter van Jan Janszn Kuysten, verkocht het 29 Januari 1628 (Reg. n° 364 f. 174 vso) aan Herman, den zoon van wijlen Peter Derksen. Den 9 October 1680 (Reg. n°. 498 f. 410 vso) werd het door Johan van de Laar gekocht van het Groot Ziekengasthuis te den Bosch, dat het 6 Dec. 1679 wegens abonnement van dijkplicht had verkregen, Diens rechtverkrijgers, zijnde Agnes van Houbraken, geestelijke dochter, wonende te den Bosch, als erfgename van haren broeder Gijsbertus; Lambertus Polen, bakker aldaar, als gehuwd met Anneken van Doorn, erfgename van Jenneken van den Biegelaer, de weduwe van genoemden Johan van de Laar en Adriaan van Boxtel, echtgenoot van Anna van Ieperen, verkochten 11 Februari 1729 (Reg. n°. 544 f. 18 vso) dit huis, hetwelk toen omschreven werd als huis met erf en ledige plaats, staande ten einde der Ververstraat tusschen het huis eertijds der erfgenamen van mr. Christoffel van Vladeracken ex uno en dat van Jan Thomasse Spellemakers ex alio en zich uitstrekkende tot aan de Dieze, zoomede een klein huisje, daar achter staande, aan genoemden majoor Maximiliaan Anthony de Ghistelles. Na doode van diens vrouw werd het ook van haar geërfd door de ook hiervoren reeds genoemde Johanna Hougaerts, die het 26 October 1768 (Reg. n° 580 f. 263 vso) eveneens aan voornoemden mr. Antoni Martini verkocht; deze zal daaraan een stuk van den tuin van het huis n°. 83 tot tuin hebben toegevoegd. | 249 |
Noten | |
1. | Zijne overige kinderen waren Walraaf, Dirck, Catharina en Maria Raessen, zijnde de laatste huisvrouw van Symon Bacx Janszn. |
2. | De andere kinderen waren: Raesken, huisvrouw van Jor. Jan de Jeger; Heylwich, huisvrouw van Jor. Wouter de Jeger en Agneta, huisvrouw van mr. Jacob Vlas. (De kinderen van laatstgenoemden waren: Catharina, huisvrouw van Jor. Nicolaas van den Oetelaer; Maria, huisvrouw van Lambrecht Aertszn Jr.; Thomas; Adriana; Agneta en Anna Vlas). |
3. | J. van Oudenhoven t.a.p. blz 177. |
4. | Dr. C.F.Xav. Smits Grafzerken p. 24. |
Dit brede pand is in 1775 ontstaan door samenvoeging van twee middeleeuwse huizen. In de bakstenen voorgevel met pilasters uit 1775 staat op een gevelsteen de tekst: "Hendrik Bernard Martini heeft aan dit gebouw den eersten steen gelegd op den 23 july 1776" (Martini was juridisch adviseur van 's-Hertogenbosch). | 33 |
1865 | jhr. mr. C.R.E. van Rijckevorsel (griffier van het kantongeregt) |
1875 | V. Dittlinger (partikulier) - mr. E.G.J. Tilman (regter bij de arrondissements-rechtbank) |
1881 | F.C. Bake (hoofd ingenieur bij den provinciale waterstaat en lid van den gemeenteraad) |
1908 | mr. Th.J.A. Duijnstee (raadsh. gerechtsh.) |
1910 | mr. Th.J.A. Duijnstee (raadsh. gerechtsh.) |
1928 | H.J.M. van Rosmalen - M.M. van Rosmalen |
1943 | Firma J. van Rosmalen & Zonen (aannemers taxateurs, timmerbedrijf) - A.J.M. van Rosmalen (onderwijzeres) - A.L.J.M. van Rosmalen (bouwkundige) - C.H.M. van Rosmalen (kantoorbediende) - H.J.M. van Rosmalen (aannemer, bouwk.) - H.M.M. van Rosmalen (bouwkundige) - J.A.J.M. Rosmalen (bouwkundige) - M.F.W.M. van Rosmalen (kantoorbediende wijnhandel) - M.M. van Rosmalen (aannemer) - M.W.H. van Rosmalen (kantoorbed.) |
1960 | fa. J. van Rosmalen & Zn (aannemersbedrijf, taxateurs) |
19?? | Zweers & van Rosmalen |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 95
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 187